Sommige mensen keken me onderzoekend aan als ik vertelde wat ik voor opleiding ging volgen.
Best veel mensen eigenlijk.
‘O, ben jij er zo een?’.
Ik had duidelijk wat uit te leggen.
Dat ging me bij afronding wel beter af moet ik zeggen; beter onderbouwd door alle lesstof, gesprekken met docenten, medecursisten en trainingsacteur. En door mijn werkstuk; de verkenning die ik voor een historische buitenplaats mocht uitvoeren.
‘Leergang Cultuur en nalaten’ heette deze meerdaagse training volgens het certificaat maar onder elkaar hadden we het over ‘Nalaten aan cultuur’ – en hier ook, want dat doet meer recht aan de inhoud. Hoe dan ook; actueel en ook buiten het culturele veld relevant.
Mijn motivatie is alleen maar groter geworden.
Ik ben hiermee overigens niet iets nieuws gaan doen, ook dit hoort bij het brede vakgebied van fondsenwerving.
Totale vrijheid – binnen grenzen erfrecht
Voorop en allereerst; iedereen mag – binnen de grenzen van het erfrecht – helemaal zelf weten wat er na overlijden met zijn of haar geld en andere bezittingen moet gebeuren. Je hoeft er trouwens niet over na te denken want de wetgever biedt houvast en kader, in boek 4 van het Burgerlijk Wetboek. De langstlevende partner erft, na diens overlijden wordt alles verdeeld onder de kinderen; zo gaat het meestal. De nalatenschap van wie zonder partner, testament of kinderloos sterft gaat naar andere familieleden, van nabij tot veraf – de wet kent daarbij vier gradaties.
Als er helemaal geen erfgenamen zijn vervalt de erfenis aan de staat.
Wie het anders wil moet dat laten vastleggen in een testament, bij de notaris.
Want uitzonderingen zijn mogelijk.
Babyboomgeneratie
En veel organisaties en instellingen onderkennen de mogelijkheden die dat biedt.
Zeker nu de zogenaamde babyboomgeneratie vergrijst. Geboren tussen 1945 en 1955, de energieke, hoopvolle wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog. Ze hebben ten volle kunnen genieten van die wederopbouw en de naoorlogse verzorgingsstaat. Natuurlijk zat het niet iedereen mee, zijn er grote onderlinge verschillen – maar velen hebben een goed pensioen kunnen opbouwen, een koophuis verworven. Lichting 1945 is nu 75 jaar; vaak verrassend vitale senioren, genietend van hun oude dag. De jonkies d.d. 1955 naderen inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd. Ook hun kinderen zijn alweer op leeftijd en hebben het materieel vaak goed, zonder geldzorgen. Het aantal kinderloze babyboomers ligt overigens tegen de 15%, iets hoger dan gemiddeld.
Window of opportunity
Flink wat babyboomers zullen dus geld – ook in vorm van eigen woningen – en andere bezittingen nalaten. En als ze dat bijtijds testamentair laten vastleggen kunnen ze daarmee bijdragen aan het werk van goede doelen.
Vooral grote organisaties hebben dat uitstekend in de gaten. Een greep uit veel meer; het Wereld Natuur Fonds, KWF Kankerbestrijding, Prins Bernhard Cultuurfonds, Amnesty International, Leger des Heils en grote instellingen op het gebied van cultuur t/m zorg hebben professionals in dienst voor de werving, begeleiding en soms zelfs complete afwikkeling van nalatenschappen. Let maar eens op alle advertenties, vaak met bekende ambassadeurs als boegbeeld op leeftijd; Paul van Vliet voor Unicef, Jacques de Milliano die de Nederlandse afdeling van Artsen zonder Grenzen mede oprichtte. De lijst lijkt eindeloos. Er ontstaan platforms als Cultuurtestament.nl en Ikwashier010.nl, waarop culturele organisaties de krachten richting potentiële erflaters thematisch of lokaal bundelen. Die intensivering zet nog wel even door want loont de moeite.
Het Engels kent die mooie beeldspraak; de ‘Window of Opportunity’ staat nu open. Wenkend perspectief.
Even wat cijfertjes
In Nederland meldt iedere notaris opgemaakte testamenten aan bij het Centraal Testamenten Register (CTR) en dat aantal stijgt al jaren. Bij wijze van indruk; bijna 300.000 in 2017, bijna 360.000 in 2020.
Wat daaruit voortvloeit aan inkomsten voor goede doelen is minder helder.
De honderd grootste ontvangers van nalatenschappen (data CBF = Centraal Bureau Fondsenwerving) ontvingen in 2019 samen € 303 miljoen aan inkomsten uit testamenten.
Opgaande tendens maar dat pluis ik voor dit blog niet helemaal uit ;-).
Voor nu twee kanttekeningen: de totale inkomsten uit nalatenschappen liggen hoger, lang niet alle goede doelen geven de opbrengst door aan het CBF. De schattingen lopen op tot een half miljard, per jaar.
De tweede kanttekening is dat veel organisaties minimaal investeren in de werving. Volgens de Legacy Monitor 2021 krap 7% van de beschikbare communicatie- en fondsenwervingstijd en maar 3,2% van het voor communicatie- en fondsenwerving beschikbare budget.
En – constateer ik fijntjes – bij andere organisaties bestaat inmiddels een kwart van de inkomsten
uit fondsenwerving uit nalatenschappen.
Een zeer informatieve website in dit verband: https://www.legacyforesight.nl/
Strategie, tact en tijd
Tijdens die cursus ‘Nalaten aan cultuur’ werd ik steeds enthousiaster over deze bijzondere vorm van fondsenwerving. Voor zover ik bedenkingen en vooroordelen had werden die weggenomen, ook door de ervaringen die mijn docenten plus trainingsacteur deelden.
Want:
– natuurlijk vraagt deze thematiek om tijdige en zorgvuldige benadering, als onderdeel van een breder communicatiepakket. Dit is niet iets om mensen rauw mee op hun dak te vallen. In het ideale geval is dit onderwerp een rustige constante in de communicatie van een organisatie, jarenlang. Daarvoor zijn allerlei middelen en momenten denkbaar; kwestie van uitwerking.
– veel ouder wordende mensen weten allang dat ze minder leef-tijd hebben. Ze staan open voor vriendelijke, correcte informatie rond het thema Nalaten, als er maar op geen enkele manier pressie wordt ervaren. Zo’n aanpak kost tijd. Begin dus ook op tijd, als organisatie. Werk van binnen naar buiten; begin intern, ga pas daarna extern communiceren.
– trouwe bezoekers en donateurs, betrokken vrijwilligers; veel mensen vinden het een fijn idee om ook na hun dood bij te dragen aan een dierbaar doel maar hebben dat nog niet testamentair laten vastleggen. Aandacht vanuit het goede doel kan net die extra stimulans zijn om dat wel te doen, voordat het te laat is. En wie zich niet aangesproken voelt door de werving reageert gewoon niet of zegt desgevraagd ‘nee, doe ik niet’. Uiteraard ook een te respecteren keus.
Lange termijn
Deze vorm van werving duurt jaren, zonder garantie op succes. Als organisatie weet je niet wat een trouwe donateur testamentair laat vastleggen. Sterker nog; je weet niet eens of hij/zij überhaupt een testament laat opstellen. Verrassingen zijn niet uitgesloten – in negatieve én positieve zin. Want mooie verrassingen komen óók voor; opeens een fors legaat uit Australië, van een oud-leerlinge die daar 47 jaar geleden is gaan wonen. Een half miljoen voor de voetbalclub, van de ongetrouwd gebleven broers die er decennia vrijwilliger waren – ze hadden daar nooit iets over gezegd (fiscaal zeer onverstandig trouwens).
Maar het omgekeerde kan ook. De oud-voorzitter zou haar genereuze toezegging toch nog notarieel laten vastleggen? Dergelijke tegenslag hoort er ook bij – al laat dit voorbeeld meteen het belang van goede opvolging zien; vervolgacties door de wervende organisatie, op basis van een stevige database.
Tegenslag hoort erbij, inderdaad. Maar systematische aandacht voor het werven van nalatenschappen en legaten loont wel degelijk. Vroeg óf laat. Voor acute liquiditeitsproblemen biedt dit dus geen oplossing. Tussen start werving en donaties uit nalatenschap zitten gerust zeven, tien jaar. Die nu nog vitale vrijwilliger bereikt misschien de mooie leeftijd van honderd jaar!
Deze vorm van fondsenwerving vraagt dus ook om bestuurders met visie en lef. En bescheidenheid. Als bestuurder ga je de resultaten waarschijnlijk niet meemaken.
Meer opbrengst
Werving levert hoe dan ook meer op dan niks doen, geen aandacht. Ook wel logisch, toch?
De communicatieadviseur in mij vond er nog meer van; met een juiste insteek en aanpak door je organisatie kan de werving zorgen voor meer betrokkenheid van je achterban. Want die ontgaat het niet; ook die vorm van fondsenwerving is blijkbaar nodig voor het voortbestaan – en erflaters worden door het goede doel natuurlijk dankbaar herdacht. Hoe dat vorm krijgt is ook een stukje uitwerking van de communicatiemix.
Genoeg voor nu. Er valt nog veel meer te vertellen over deze mooie maar complexe vorm van fondsenwerving. Ander keertje.
Ook in de tussentijd help ik je graag verder dan je denkt te komen!
Behoefte aan een goed gesprek?
Als fondsenwerver help ik mooie plannen en zinvolle projecten graag verder!
Vragen, ideeën en uitdagingen zijn welkom, aarzel dus niet om contact op te nemen.
Bij voorbaat; graag gedaan :-).
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.